Opzienbarend (Joods NU feb 2015)

In juli 2014 verhuisde ik met man en kat naar St. Louis. Dat is een nogal willekeurige stad in een nogal willekeurige staat aan de Mississippi in hartje VS, waar toevallig een uitstekende onderzoeksgroep zich bezig hield met precies dezelfde vraag waar ik mij ook mee bezig wilde houden.

De Joodse gemeente had ik snel gevonden. En in korte tijd ontdekte ik veel. Hier vijf dingen die ik leerde:

1. Anders dan bij een Nederlandse Joodse gemeente ben ik nog niet één keer gevraagd in een commissie te zitten, stoelen klaar te zetten, een cake te bakken of een Facebook-event te maken. Weet je wie dat namelijk doen? Medewerkers. Echte, betaalde medewerkers. Ik ken nu drie leeftijdsgenoten die fulltime in dienst zijn van een Joodse organisatie. Jewish Leadership is hier geen vrijwilligerswerk.

2. Anders dan in Nederlands Jodendom is het me nog niet één keer gelukt ergens voor te betalen. Ik heb het een aantal keer geprobeerd, maar het was nadrukkelijk niet de bedoeling dat we ook maar één dollar zouden neerleggen voor de film, het Indiase buffet, of de toetjesfietsroute. Voor een benefietavond met een loterij hebben we nog een poging gedaan door veel loten te kopen. Maar zelfs dat mislukte jammerlijk toen we de jackpot wonnen.

Ergens voelt het ongemakkelijk. Ik weet niet of u de ontwikkelingen in Ferguson een beetje heeft gevolgd, maar als ik rondkijk in deze streek kan ik betere doelen bedenken dan een gratis toetjesfietsroute voor een hoogopgeleide werkende blanke vrouw als ik.

3. Er zijn echt ontzettend veel Joden in de VS. En toch zijn ze hier, net als in Nederland, continue als de dood dat jonge Joden van hun achtergrond vervreemden en nooit meer terugkomen. Alleen is de oplossing in de VS om heel veel geld, bier en dj’s richting de vermiste generatie te smijten. In Nederland is de oplossing om jonge Joden zoveel mogelijk in besturen en commissies te sleuren, om ze vervolgens elke week drie uur te laten vergaderen met gepensioneerden. Tot nu toe bevalt de eerste optie me beter.

4. In tegenstelling tot Nederlandse rabbijnen zie je Amerikaanse rabbijnen ook wel eens in de media als het niet over antisemitisme of Israel gaat. De rabbijnen van de reform gemeente werden na de dood van de ongewapende zwarte tiener Michael Brown een aantal weken nauwelijks in de synagoge gesignaleerd, omdat ze het te druk hadden met vredesliederen zingen in Ferguson en melkpakken leeg gieten in de betraangasde ogen van demonstrerende leden. Ik vond het ook wat overdreven. Maar van Nederlandse rabbijnen hoor je wel weer heel weinig. Behalve dan dat ze antisemitisme stom vinden en Israel tof.

5. Joodse jongerenorganisaties praten hier trouwens ook wel eens over iets anders dan religie, of antisemitisme, of Israel.

Tegelijkertijd lijkt het er op dat ze hier echt in God geloven.

Opzienbarend.

Immigratiezwabberen (28 maart 2015 NRC)

Oorverdovend klonk de Pavlov-reflex, nadat VVD-parlementariër Malik Azmani afgelopen week zijn voorstel deed om de Europese grenzen te sluiten. VVD’ers zouden alleen aan zichzelf denken, verstopten zich achter de dijken, waren xenofoob of ronduit inhumaan. En uiteraard kon de Marokkaanse herkomst van de vader van Azmani niet achterwege blijven.

Tunahan Kuzu, ex-PvdA-parlementariër, noemde het een „eigen-ras-eerst-plan” en vond dat „extra erg”, omdat de naam van Malik Azmani eronder stond, en dat is niet bepaald een Nederlandse naam. Rob Wijnberg schreef een stukje waarin hij suggereerde dat het ironisch was dat iemand van Marokkaanse achtergrond zo’n voorstel deed, omdat met zulk beleid de vader van Malik in de jaren zestig nooit naar Nederland had kunnen komen en de parlementariër nu zelf hoogstwaarschijnlijk geitenboer was geweest.

Zo leer je telkens weer bij. Kennelijk mag je in Nederland pas immigratiebeleid voorstellen als je een beetje degelijke Nederlandse naam hebt en zowel jij, je beide ouders en bij voorkeur ook al je grootouders in Nederland geboren zijn. Dan mag je meepraten. Anders is het ironisch.

Interessanter dan de geboorteplaats van de vader van de indiener, is het plan zelf. Als je het leest, valt het wel mee met de xenofobie. Het gaat primair om bootvluchtelingen. Om die twintig Airbussen vol Syriërs, Somaliërs, Eritreeërs en Malinezen die in de afgelopen drie maanden crashten op weg naar Europa. Het hoogseizoen moet nog beginnen. De grens tussen Afrika en Europa lijkt steeds meer op een klif, waar hopelozen zich met bosjes tegelijk af laten vallen in de hoop dat Europa ze opvangt.

Er zijn maar heel weinig goede oplossingen. De armoede en oorlog in landen van herkomst wegnemen is ondoenlijk. Het helpen stabiliseren van de regimes van dictators, die om uiteenlopende redenen allemaal de vluchtelingenstroom beperkten, was helemaal inhumaan geweest. Dan zijn er nog de initiatieven om de vluchtelingen halverwege hun reis met behulp van reddingsboten en helikopters in veiligheid te brengen. ‘Mare Nostrum’ heette het programma dat door Italië werd opgetuigd nadat er eind 2013 360 mensen verdronken in het zicht van Lampedusa. De reddingsboten haalden in 2014 140.000 vluchtelingen uit zee met als belangrijk gevolg dat nog meer mensen zich van de klif wierpen. Vorig jaar werd de dienst opgeheven, en vervangen door een kleinere Europese dienst, die minder ver de zee op gaat en geen humanitair oogmerk heeft. Als direct gevolg hadden we begin februari alweer ons eerste grote ongeluk te pakken waarbij 300 mensen verdronken. Het was niet eens zulk groot nieuws. Ook grote catastrofes wennen.

Het strengere migratiebeleid dat Azmani voorstelt, is een andere optie. Er zijn verschillende aanwijzingen dat dat de stroom van bootjes ook kan indammen. Nadat in 2000 een nieuwe, strengere vreemdelingenwet in Nederland van kracht werd, daalde het aantal asielaanvragen met 80 procent. De verschrikkelijk inhumane, xenofobe staatssecretaris die die wet door de Kamers hielp? Job Cohen. Hij sloot de grenzen nét niet helemaal.

Een ander voorbeeld is het uiterst strenge beleid in Australië, waar bootjes niet worden gered maar door de marine gewoon worden teruggestuurd en illegale immigranten, inclusief kinderen, worden opgesloten in detentiecentra. Het is keihard, misschien wel inhumaan, maar de bootjesinvasie werd er wel mee ingedamd.

Ook een oplossing is om te zwabberen tussen streng en zogenaamd menselijk beleid. Om gemeentes te verplichten elke asielzoeker, zonder enig uitzicht op een verblijfsvergunning, toch onderdak te geven. Om met de voormalige Vluchtkerkgroep te blijven leuren, om als vreemdelingenadvocaten altijd maar te blijven procederen. Om het ene jaar wél duizenden te pardonneren en het volgende jaar weer net zo streng te zijn. Om handtekeningenacties op te tuigen rond mediagenieke vluchtelingen en mensen aan volstrekte willekeur te onderwerpen. Tegelijkertijd te trekken en te duwen, hoop te geven en de helft te laten verdrinken.

Dat is de ware ironie van immigratie. Juist de grijstinten lijken soms veel onmenselijker dan de extremere beleidsvormen. De beste oplossing is in mijn ogen alles of niets. Óf gewoon een veerdienst beginnen die honderdduizenden per jaar richting Europa verscheept. Óf de grenzen sluiten, jaarlijks hooguit een paar duizend Somaliërs, Irakezen en Syriërs uitnodigen in Nederland, en verder alle hoop verbrijzelen. Daarmee red je duizenden levens. Azmani kiest tenminste. Zo inhumaan is dat niet.

Jammer dat Fred weg is (14 maart 2015 NRC)

Afgelopen maandag heb ik aan mijn collega’s, hier in de VS, geprobeerd uit te leggen waarom ik midden op de dag een persconferentie van twee Nederlandse staatslieden wilde volgen. Dat was niet zo makkelijk. Dat de minister en staatssecretaris van the department of justice aftraden was duidelijk. Dat de Tweede Kamer verkeerd werd ingelicht, kon ik ook nog wel uitleggen. Maar waarom dit gebeurde? Waarom er zo ontstellend geheimzinnig en krampachtig werd gedaan over een oude schikking met een drugscrimineel? Ik moest het antwoord schuldig blijven. Ik heb heel Blendle doorgespit maar ik kon het nergens vinden. Vijftien jaar geleden schikte Teeven met Cees H. We weten dat hij bij die schikking 750.000 gulden betaalde om 4,7 miljoen gulden van zijn vermogen belastingvrij uit Luxemburg naar Nederland te halen. Zogenaamd witwassen dus. Een bijzonder lucratieve deal voor meneer de drugshandelaar, zo lijkt het. Maar het is niet duidelijk of hij naast die 750.000 gulden ook nog wat niet-materiële zaken cadeau moest doen. Informatie over andere criminelen als de Hakkelaar bijvoorbeeld. Daar bestaan nu eenmaal geen bonnetjes van. Het enige dat we weten is dat Opstelten of Teeven of ambtenaren op het ministerie het nodig vonden om hier buitengewoon geheimzinnig over te doen.

Mijn collega’s knikken beleefd maar snappen er niets van. Om hoeveel geld ging die deal dan? Ik reken uit: 4,7 miljoen gulden: iets meer dan twee miljoen euro werd er witgewassen. Een fucking fooi in een proces waar er uitzicht was op honderden miljoenen belastinggeld van andere criminelen. Onbegrijpelijk dat dat de bananenschil voor Teeven en Opstelten was. Maar het resultaat van het liedje is dat twee bewindslieden weg zijn. En het is nou niet dat de kandidaten voor dat soort functies voor het oprapen liggen. Of Nederland baat heeft bij een instabieler bestuur. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het vooral jammer vind van Teeven. En dat is niet alleen omdat hij zo’n kundig bestuurder was. Diversiteit in de bestuurskamer is een nogal heet onderwerp en als iemand een beetje diversiteit in de politiek bracht dan was het wel Teeven. Fred was eindelijk een echte ‘Fred’ tussen de Ivo’s, Lodewijken en Diederiken in Den Haag. Dat vrouwen, immigranten, homo’s en gehandicapten ons land besturen, daar zijn we aan gewend geraakt. Dat Ahmed de baas is van Rotterdam, en blonde Jeanine het ministerie van Defensie leidt, dat is gelukkig niet meer zo opvallend. Maar Fred als baas van het Openbaar Ministerie? Als minister van immigratie? Dat was nieuw. Een havo-klant nog wel! Zoon van een bankbiljettencontroleur, de enige die een beetje plat praatte in de regering. Terwijl Ivo uit Wassenaar aan de toog bij Leids studentencorps Minerva stond, deed Teeven zijn studie rechten in de avonduren, naast een baan als rechercheur bij de douane. Het is de vraag hoezeer dat hem heeft tegengezeten. Iedereen weet hoe seksisme eruit ziet, of discriminatie. Maar wat gebeurt er als je als blanke man niet in de juiste kringen hebt verkeerd? In het verkeerde wiegje bent geboren? Tom-Jan Meeus schreef in deze krant dat Teeven niet hoefde op te stappen, maar hoogstpersoonlijk besloot te vertrekken toen duidelijk werd dat hij geen promotie kon maken tot minister. „VVD-ministers van Justitie worden al decennialang gerekruteerd uit de kringen van het Leids studentencorps Minerva.” Ik betwijfel of dat Minerva-lidmaatschap essentieel was, maar het is in ieder geval duidelijk dat Fred in meerdere opzichten niet lid was bij de juiste clubjes. Opstelten hockeyde en roeide, Fred stond op het rugbyveld. Opstelten was na zijn carrière bij Minerva burgemeester, burgemeester, burgemeester, burgemeester, burgemeester, burgemeester, partijvoorzitter en minister. Fred had op boeven gejaagd en zijn pakje vies gemaakt in schikkingen met criminelen.

Op nrc.nl schrijft iemand: „Teevens kostuum staat hem als een apenpak; hors charactère voor een echte staatssecretaris.” Een reaguurder kan dat anoniem spuien, maar in de beschouwingen over dit kabinet komt Freds imago als lomp, rechts en volks vaak openlijk naar voren. Nuttig om de populistische rechterflank af te dekken tegen de PVV, maar onhandig als je minister wilt worden. Ondanks het feit dat na vier jaar Teeven de gevangenissen leger zijn dan ooit, staat hij nog steeds bekend als straatvechter. Zogenaamd geen echte staatsman. Tussen u en mij: dat is een staaltje onversneden discriminatie waar kennelijk niemand zich voor schaamt of zich voor hoeft te verontschuldigen. Het is buitengewoon jammer dat Teeven weg moest. Hij was een zegen voor de diversiteit van het openbaar bestuur.

Juist minder inspraak (28 feb 2015 NRC)

Ach, wat enig ouderwets. Protestpraktijken in het Maagdenhuis met veganistische maaltijd en een activistisch filmprogramma. Waarom dit studentenspeelkwartier? Er is iets verschrikkelijks aan de hand. De Universiteit van Amsterdam, dat rode bolwerk van weleer, lijkt zowaar een fabriek geworden. Het lijkt wel op een bedrijf. Of iets anders gruwelijk kapitalistisch. Nu zal het wel aan mij liggen, maar ik snap nog steeds niet waarom die fabrieksvergelijking zoveel afgrijzen oproept. Het doet mij denken aan efficiëntie, een gestroomlijnd proces, met hoge kwaliteit en kwantiteit. Nederland heeft collectief de wens uitgesproken om zoveel mogelijk mensen hoogopgeleid af te leveren tegen niet al te hoge kosten. Een beetje fabrieksdenken hoort daarbij.

De studenten zijn het er niet mee eens. Ze eisen democratie, inspraak en referenda. Alsof het een misdaad tegen de mensheid is als studenten niet over alles mogen meebeslissen. Ik heb het nooit helemaal begrepen: waarom moet een universiteit überhaupt democratisch zijn? Studenten blijven hooguit vijf jaar hangen, waarin ze voornamelijk aan de ontvangende kant van de universiteitsproductie zitten. In die vijf jaar eisen ze volledige inspraak in langdurige strategische projecten als huisvesting, budgettering en strategie. En dat terwijl hun studie, ook zonder studiefinanciering nog steeds voor meer dan de helft door de rest van Nederland wordt betaald. (Je kunt je ook afvragen waarom Henk en Ingrid eigenlijk niet mee mogen stemmen als er een verkiezing wordt georganiseerd voor het nieuwe College van Bestuur.)

Met alle respect: studenten zijn passanten, consumenten en steuntrekkers. Dat is niet erg, dat horen ze ook te zijn. Maar het getuigt van een zekere zelfoverschatting om het Maagdenhuis te bezetten als er iets gebeurt dat je niet bevalt.

En dan nog een gekke vraag: als de toon van het College van Bestuur niet bevalt, waarom ga je dan geen kleine talen studeren in Leiden? Daar staan ze echt te springen om meer studenten om hun eigen kleine talenstudies levensvatbaar te houden. Echt, het is maar een half uurtje met de trein. Je hebt er ook grachten en eeuwenoude universiteitsgebouwen. En om de reis hoef je je ook al geen zorgen te maken: je treinkaartje is volledig op kosten van de samenleving.

Laat maar, het is ondenkbaar. Studenten eisen de macht en de positie om alles wat het CvB verzint te kunnen blokkeren. Althans, de studenten in het Maagdenhuis eisen dat. De vraag is in hoeverre zij representatief zijn. Want als ik het goed heb was er in Amsterdam, en in de rest van Nederland, allang studenteninspraak. Een flink aantal weken per jaar was het verkiezingstijd op de faculteit. Ik herinner me vooral de koekjes en chocolaatjes tijdens de campagne. Die mocht je niet pakken als je promovendus was. Daar waren de studentenpartijen heel streng in.

De verkozen kandidaten mochten aanschuiven bij de besluitvorming. Ze kregen hoorrecht, adviesrecht of instemmingsrecht bij een breed scala aan onderwerpen. Toch was er nauwelijks animo voor die verkiezingen. Het was bijna net zo moeilijk om kandidaten te vinden als kiezers. Vorig jaar was de opkomst 20 procent. De bezetters van het Maagdenhuis mogen dan op luide toon roepen dat er meer referenda moeten komen en meer verkiezingen, maar in praktijk zijn studenten met geen stok naar de stembus te krijgen. Dan nog een laatste vraag: wordt de universiteit er beter van als studenten meer inspraak krijgen? Want het andere dat ik me herinner over de facultaire studentenraad is hoe conservatief ze waren. Twintigers die continue ‘nee’ tegen elk voorstel tot vooruitgang roepen. Nee tegen de verhuizing van FNWI naar het Science Park. Nee tegen de verhuizing van de faculteiten Gedragswetenschappen, Economie en Rechtsgeleerdheid naar het Roeterseiland. Nee tegen samenwerking met dat andere grote kennisinstituut van de stad. U kent het misschien: de Vrije Universiteit, een paar haltes met de metro naar het zuiden. Met hun eigen opleidingen, hun eigen onderzoek en hun eigen administratie. De studenten waren bang voor “grootschaligheid” en stemden tegen.

Ik denk dat de UvA met studenten aan het roer binnen de kortste keren een openlucht museum zou zijn geworden, versplinterd over tien locaties in de binnenstad, waar niet verbouwd mag worden omdat dat de rust verstoort. Afgezonderd van de VU, afgezonderd van de samenleving. Waar je als 18-jarige zonder enige verantwoording lekker met drie anderen in je eigen hokje Keltisch of Noors kan gaan studeren. En als iemand daar een probleem mee heeft, ga je lekker ouderwets, net als papa en mama, in het Maagdenhuis zitten. Ik denk dat het tijd is voor minder studenteninspraak.

Rotbaan politicus (14 feb NRC)

Ik weet niet wat het is met dat woord campagne, of campagnegeld, of campagnekas, maar ik lees eigenlijk altijd ‘champagne’, champagnegeld, champagnekas. En vooral als het over de champagnekassen van de Limburgse VVD gaat.

God, wat is die Mark Verheijen onhandig geweest. Eerst in een brief geld vragen voor de champagne aan een louche projectontwikkelaar. Daarna champagnegeld accepteren van de louche projectontwikkelaar. En daarna wordt een perceel in de stad waar je wethouder was te goedkoop verkocht aan diezelfde louche projectontwikkelaar. Het doet er nu al niet meer toe wat er echt gebeurd is, het stinkt aan alle kanten.

Dat was november vorig jaar. Maar waar rook is is vuur, uiteraard, altijd. De declaratieaffaire die je wist dat zou komen is eindelijk hier. Wat blijkt? Verheijen zit als Limburgs Kamerlid en gedeputeerde eindeloos in de auto of in de trein, van Limburg naar Den Haag, naar Amsterdam, naar studio, naar netwerkbijeenkomst, naar champagnebespreking.

Bijna al die ritten kunnen ergens gedeclareerd worden. En Mark doet dat dan een paar keer fout. Gebruikt de dienstauto een keer te vaak. Gaat een keer te duur uit eten, met de louche projectontwikkelaar nog wel. Gebruikt provinciegeld voor zijn champagne.

Het was fout. Maar vooral ook dom. Als je als politicus miljardenbudgetten van het kabinet, de EU, de provincie controleert, dan moet je niet voor duizend euro foutjes maken. Het doet er niet toe of je je werk goed doet, of je dingen voor elkaar krijgt, het evaluatiegesprek met het volk gaat namelijk vooral over die duizend euro. Het maakt niet uit hoe hard je werkt, het volk ziet altijd overal champagne vloeien.

Het lijkt me een rotbaan, politicus. Het schuimbekkende volkstribunaal licht altijd op de loer. Valt over klein geld. Over dingetjes. Als politicus ben je bij voorbaat al schuldig. Je beleid is dramatisch, je maakt het land kapot. En ondertussen maar graaien. Je bent schuldig, of je wordt ooit schuldig. Er wordt geduldig gewacht tot het misgaat, tot je mislukt.

Ik moest denken aan het gedoe met staatssecretaris Van Rijn. Dat is al weer een paar weken terug, maar toch wilde ik het nog een keer noemen. Hoe treurig dat was. Dan heb je een enorme berg aan hervormingen in de zorg verstouwd. Werd je links en rechts en overal waar je verscheen uitgemaakt voor kille bejaardenmishandelaar. En dan verschijnt er in het AD een interview met je vader, die vertelt over het verzorgingstehuis van je moeder en hoe daar de „urine langs de enkels loopt”.

Als kritische lezer kan je je dan natuurlijk afvragen hoe ernstig dat feitelijk is. Of een ongelukje misschien gewoon weleens gebeurt voordat mensen meteen met het zwaarste incontinentiemateriaal moeten rondlopen? Of zo nu en dan een beetje urine langs de enkels niet in de lijn der verwachting ligt in een huis met demente bejaarden?

Maar het publiek smult er van. Iedereen weet nu van de doodzieke moeder van de staatssecretaris. En van de belabberde relatie met zijn vader. En nog erger, de lezer neemt klakkeloos aan dat het allemaal aan dat harteloze beleid van hun eigen zoon te danken is.

Ja, het lijkt me echt een rotbaan. Misschien kan iemand nog even wat spitten in de declaraties van Van Rijn. Daar heeft hij vast ook wel wat fouten mee gemaakt.

Bekijk de positie van Rutte. Die probeert een kabinet te besturen. Deze keer wel de rit te laten uitzitten. In een onmogelijk politiek landschap, met minimale meerderheden en een ambitieuze hervormingsagenda, die eigenlijk permanent aan een zijden draadje hangt.

Elke maand ziet een krant het wel mis gaan. Elke maand wordt het kabinet wel een keer doodverklaard. Neem de voorpagina van de Volkskrant afgelopen woensdag: Gasstrijd tijdbom onder het kabinet. Het wordt bijna gewoonte. Eind december 2014 Kabinetscrisis dreigt. Begin december 2014 Samsom wankelt. Oktober 2013: Kabinet langs rand afgrond. Elke bananenschil wordt breed uitgemeten. Is dit dan het moment waarop de politicus uitglijdt? Dat het allemaal toch nog mislukt? Als we deze maand nóg een keer opschrijven dat het kabinet langs de afgrond scheert, misschien wordt het dan wel echt waar?

Het lijkt me een rotbaan, politicus. Mensen gaan uit van het ergste. En dan er is altijd wel een Kamerlid bereid om die vermoedens te bevestigen.