Ik mag niet over oorlog schrijven (NRC 2 juli 2016)

Ik mag niet over oorlog schrijven. Oorlog komt er toch nooit. Een slag als bij de Somme, waar bijna 20.000 Britse soldaten in één dag het loodje legde is 100 jaar geleden. 100 jaar! Oorlog ligt niet in het patroon van een steeds veiliger en vredelievender wereld. We zijn te rijk en democratisch voor oorlog. We vinden oorlog zo onwaarschijnlijk dat we onze defensie half hebben wegbezuinigd. Waar zou je die nu nog voor nodig hebben?
Ik mag niet over oorlog schrijven. Want we hebben mensenrechten en verdragen en associatieovereenkomsten en vrijhandelszones en Verenigde Naties en staatsbezoeken en songfestivals en voetbaltoernooien. Het beest dat oorlog heet zit met dikke kabelsloten vast in een hele zware kluis.
Ik mag niet over oorlog schrijven, maar ik denk eigenlijk aan niets anders.
Brexit was de eerste keer dat populisme écht won. U mag mij naïef noemen maar ik zag het niet aankomen. Sterker nog, ik had vorige week donderdag een hele column geschreven uitgaande van een remain. Populisme waait immers meestal over. Al jaren roepen we met angst en beven dat Wilders hoog staat in de peilingen, maar hij werd nooit de grootste. Op 6 december vorig jaar kopten de kranten over de Franse regionale verkiezingen “grote overwinning extreemrechts verwacht”. En op 14 december kopten de kranten “Le Pen wint geen enkele regio in Frankrijk”. Net als dat Trump nu misschien een paar kleine overwinninkjes behaalt maar uiteindelijk eerloos ten onder gaat tegen Hillary. Het loopt vaak met een sisser af.
Toch?
Het is niet meer vanzelfsprekend. Populisten kunnen winnen, ze kunnen de geschiedenis veranderen en het is levensgevaarlijk. Ze hebben lak aan alles en slaan oorlogstaal uit. Al die verzekeringetjes die we hebben aangeschaft tegen oorlog, ze kunnen in één klap van tafel geveegd worden. Terwijl wij ons zorgen maken over micro-agressies kondigen zij macro-agressies aan. Nu ontbreekt er nog maar één voorwaarde voor echte duurzame politieke macht, namelijk dat zo’n partij ook daadwerkelijk intact blijft na zijn overwinning. Tot nu toe werd elke populistische overwinning gevolgd door een implosie. De LPF in 2002, de gedoogsteun van de PVV in 2012, en nu het Brexit team. Maar ditmaal is de grote schade al aangericht.
De nieuwste waarborgen tegen oorlog moeten daarom bestaan uit nieuw gericht anti-populistisch beleid.
Ten eerste moeten we nu niet zelf in reactie oorlogstaal gaan uiten, maar zoals Rutte voorstelt, met koel hoofd en warm hart handelen. Je kunt de schade die de Brexit stem heeft gedaan zo klein mogelijk maken door geen snelle artikel 50 procedure te eisen, maar verstandig en rustig alsnog het maximale eruit te slepen. Vrienden blijven. Ex-lidstaten “straffen” is een bijzonder slecht idee. De verhoudingen moeten koste wat kost goed blijven.
Ten tweede moeten we in het vervolg voorkomen dat een volk zomaar met een minimale meerderheid, economische zelfmoord mag plegen. Ik ben het met Kennet Rogoff, hoogleraar Economie aan Harvard, eens: dit was geen democratie maar Russische roulette. Voor grote beslissingen heb je grote meerderheden nodig. Daarmee beschermen we nu bijvoorbeeld al de grondwet. Voor een grondwetswijziging is eerst een gewone meerderheid nodig, en daarna, na parlementsverkiezingen nog eens een tweederde meerderheid. We moeten burgers beschermen tegen de tirannie van de meerderheid. En zeker tegen de tirannie van een piepkleine meerderheid die, misleid door populisten, op één regenachtige Britse zomerdag een heel continent in crisis kan storten.
Ten derde moeten we de bevolking serieus nemen en niet alleen achter een hoog hek naar cijfertjes staren. We weten allemaal dat autorijden statistisch gezien enger is dan terrorisme. Maar dat maakt niet uit. Net als dat massa-immigratie geen bedreiging is maar een economisch voordeel. Maakt ook niet uit. Angst drijft gedrag, daar moet je rekening mee houden. Evidence-based beleid is hartstikke leuk en slim en effectief, zeker in dit Big Data-tijdperk, maar je wint er geen harten mee. Het distantieert mensen van overheid en is daarmee een voedingsbodem voor woede, populisme en oorlogstaal.
Ten vierde, en dat is misschien wel het belangrijkste, moet je de belangrijkste voedingsbodem van populisme weghalen en dat is onwetendheid. Je moet de bevolking tegen de klippen op naar de academie sturen. Collegezalen moeten voller, HBO-opleidingen moeten nog beter, Universiteiten moeten minder elitair. Een paar jaar blootgesteld worden aan grote denkers en grote ideeën is de beste remedie tegen populisme.
En als laatste moeten we defensie weer aankleden. Voor het geval die andere maatregelen falen en het ondenkbare toch wel denkbaar blijkt.

Comments are closed.