Haperende bullshitdetector

Tags:, , ,

Godwins. Normaal maak je jezelf ermee belachelijk op internet. Nu worden de vergelijkingen met dictaturen massaal uit de kast getrokken door de internetgemeenschap. Amerikaanse pogingen om het jatten van films en muziek op internet aan banden te leggen worden zonder uitzondering censuur genoemd. Goed , de voorstellen SOPA en PIPA zijn gedrochten van wetgeving en gaan te ver. Maar de tegenstanders lijken helemaal de weg kwijt te zijn: wie onderuit gezakt op de bank de nieuwste HBO-serie down- of upload heeft daar recht op, want dat is nou “vrijheid van meningsuiting”.  En weet je wie die ook aan banden probeerde te leggen? Juist ja.

“Imagine a World without free knowledge”, jankt Wikipedia op haar pagina. Paulo Coelho lukt het om een vergelijking met de Sovjettijd te vinden. En de terroristen van Anonymous zijn dusdanig verbolgen over het offline halen van helingsnesten als Megaupload, dat ze zelf maar even een paar websites de mond snoeren. Alles is geoorloofd ter verdediging van het “vrije internet”.

Niet dat iemand écht vrij internet wil. Anarchie is maar tot op zekere hoogte grappig. Kinderpornodistributie moet bijvoorbeeld met wortel en tak worden uitgeroeid, daar zal iedereen het over eens zijn. En we smeken de politie om eindelijk eens écht wat te doen aan de golven van online oplichting en beroving. Zo vrij moet het ook weer niet, regulering is wel degelijk gewenst, maar bij voorkeur geen regulering die ervoor zorgt dat we niet meer gratis naar de film kunnen. Jatten is erg, maar alleen als criminelen het doen.

Er is ook genântere argumentatie. Om het schuldgevoel tijdens het downloaden weg te kletsen wordt regelmatig gewezen op de omzet van Hollywood en de platenmaatschappijen. Elke kraker lachen we in zijn gezicht uit voor dit soort logica, maar hier mag je hem schaamteloos toepassen: zij zijn rijk, dus mag je best van ze jatten. Sterker nog, cijfers over groeiend bioscoop- en concertbezoek moeten de stelling stutten dat de artiesten dankbaar mogen zijn, dat we ze bestelen. Alleen moeten ze daar zelf nog even achter komen.

Mijn diagnose? Het internet lijdt aan een haperende bullshitdetector. En een flinke dosis hysterie.

Apocalyptisch geklets

Tags:,

De afgelopen weken zag ik drie films: één over de introductie van statistiek in het baseball, één over de opstand van Amerikaanse zwarte dienstmeisjes en één over het leven van Margaret Thatcher. Drie films, drie verhalen en toch smaakten ze allemaal min of meer hetzelfde. De scenarist wringt en trekt en buigt het verhaal net zolang totdat de verhaallijnen hetzelfde ritme volgen: eerst gaat alles bijna kapot, dan gaat alles écht bijna kapot, dan lijkt alles kapot te zijn en dan loopt het toch nog goed af.

Ze kunnen dat trucje honderd keren herhalen, ik blijf het geloven. Na vijf shots van Lady Thatcher in  haar dienstauto die wordt belaagd door een woedende menigte mijnwerkers, weet ik het zeker: ze gaat roemloos ten onder.  Ooit dacht ik dat de Looney Tunes écht hun basketbalwedstrijd gingen verliezen tegen het Mean Team. En nu, vijftien jaar later ben ik halverwege “the Iron Lady” ervan overtuigd dat Engeland de Falklandoorlog gaat verliezen, ook al wéét ik dat het niet zo is.

Scenaristen gebruiken in hun films de media om het geloofwaardig te maken. Die beelden van journalisten, tv-presentatoren, het radiocommentaar tijdens de wedstrijd, een shot waarin tien kranten één voor één op een stapel worden gegooid met onheilspellende koppen. Dat zijn de sterkste beelden, die maken het overtuigend.

Als je het zo bekijkt is het ook weer niet zo heel moeilijk om elk verhaal in dat format te krijgen. De tientallen berichten van dit weekend over de “vrije val” van de PVV in de peilingen (5 zetels verlies) kun je makkelijk gebruiken voor het “ondergang moment” van de grote Geert Wilders film. “PVV verliest zijn glans”, “PVV op zijn retour”, “Is Wilders nu écht te ver gegaan?” Hetzelfde geldt voor de Nederlandse cultuursector, de natuur, de kenniseconomie, de democratie, Bruin I, weet u nog? De Nederlandse rechtstaat is al honderd keer doodverklaard. Begeleid door een beetje zware muziek, kun je zelfs al wel een scène in elkaar timmeren waarin je overtuigend de huidige oorlogsdreiging in Europa kunt neerzetten.

Met zoveel apocalyptisch geklets is het misschien helemaal niet zo lastig om een spannende film te maken.

No judgement

Tags:,

Die Nicolette Kluijver, daar is toch iets mis mee. Ze werd verkozen tot ‘Meest Sexy Vegetariër 2011’. Een prijs van Wakker Dier die bedoeld is om vegetariërs van hun geitenwollensokken-imago af te helpen. Apetrots was Nicolette. Al op heel vroege leeftijd werd ze vegetariër. Ze woonde vroeger namelijk naast een slachthuis. Het gekrijs dat daar vandaan kwam en de epiphany dat het stukje kip op haar bord ook daadwerkelijk een dier was geweest, leidde ertoe dat ze al heel jong besloot om een vrome geheelonthouder te worden – een principekwestie.

En zap, we zien Nicolette als presentatrice van BNN-show Spuiten en slikken een lijntje coke weghakken in een warenhuis. Grappig, kijken hoe het winkelend publiek reageert. Zo is Nicolette: in voor alles, niet preuts, lekker ruimdenkend en vooral no judgement. Of het nou over ghb, lsd of xtc gaat, ze behandelt objectief de voor- en nadelen, proeft, snuift en slikt er wat van en laat vervolgens de keuze aan de kijker.

Cocaïne dus ook, het meest verwoestende, ontwrichtende product wat je kunt bedenken. Het heeft misschien niet direct dierenleed tot gevolg, maar het poeder vaagt wel hele Zuid-Amerikaanse volksstammen weg, maakt steden als Ciudad Juárez tot gevaarlijker gebied dan Afghanistan, koopt wapens voor de FARC, Taliban, Al Qaeda die daarmee op hun beurt hele landen ontwrichten en zorgde in de afgelopen vijf jaar in Mexico alleen al voor 50.000 doden, waarvan ongeveer 1000 kinderen. Als er ook maar een greintje geweten in je lijf zit, als er ook maar een piepklein brokje bewuste consument in jou aanwezig is, dan snuif je geen cocaïne. Maar Nicolette propt het kennelijk zonder grote gewetensbezwaren in haar neus. Lijntje, geintje, gezellig, lekker ruimdenkend. Geen probleem, zolang je er niet te veel van gebruikt, en zolang het maar niet versneden is met vlees.

Ja, zegt ze op de radio na het winnen van haar prijs, ze vindt het vooral belangrijk om bij te dragen aan de bewustwording omtrent vlees. Dat mensen een keer nadenken waar dat biefstukje vandaan komt, hoe afschuwelijk de productie wel niet is, hoeveel leed zo’n kippenpootje veroorzaakt.

de doodsteek

Tags:,

Ik sta op het keurig gemaaide grasveld van Columbia University. De universiteitsgebouwen hier in New York lijken wel Griekse tempels, bombastisch, grotesk, met pilaren die tot de hemel rijken. Hier gooien jaarlijks 12.000 studenten een baret in de lucht. Hun masterdiploma kost ze ongeveer 200.000 euro aan collegegeld. Twintig keer zoveel als mijn eigen Delftse diploma, maar waarschijnlijk niet eens twee keer zo waardevol. Ik ben dolblij dat ik hier niet heb gestudeerd.

‘s Avonds lees ik online dat het kabinet misschien de basisbeurs wil afschaffen. Het gerucht heeft onmiddellijk academische gejammer tot gevolg. EenVandaag vindt zelfs een studentenvakbondsleider bereid om het afschaffen van deze beurs “de doodsteek” voor het hoger onderwijs te noemen. Jawel, de doodsteek. Want zonder uitkering zijn veel minder mensen bereid om te studeren. Zelfs niet als ze het geld kunnen lenen van de staat tegen uitzonderlijk lage rente en de garantie krijgen dat ze niets hoeven terug te betalen mochten ze ondanks hun studie werkeloos blijven.

Het blijft vreemd: terwijl ze zich op Columbia University financieel ten gronde richten voor een diploma, moeten we in Nederland de studenten aan hun haren naar de universiteit trekken. Geld toegeven en vooral niet teveel aan motivatie, inzet, haast of collegegeld terugvragen. In Nederland ga je alleen maar niet studeren als je dat echt nadrukkelijk niet wilt of als het je aan de pure hersencapaciteit ontbreekt (en dan is er meestal ook nog wel een mouw aan te passen).

Onze kenniseconomie houdt in dat we onze collegezalen volledig volproppen met mensen die zo weinig interesse hebben in een opleiding dat ze alleen met een financieel lokmiddel tot studie bereid zijn. En dan nog kijken we verbaasd op als we het volgende gat in de kwaliteit van onze diploma’s moeten dichten. Terwijl de studenten op Columbia University bedelen om extra feedback, nota bene zelf extra studie-avonden organiseren, vragen mijn studenten in Nederland regelmatig of dit practicum echt alweer tot vier uur moet duren?

Amerika is misschien wat duur. Maar ik had heel graag iets meer betaald voor een opleiding.

Experiment

Tags:, ,

Practicum: ’s ochtends heb ik eerst een uur lang verteld over het metabolisme van de bacteriën en daarna hebben we het experiment bij elkaar gepipetteerd. Een experiment waarvan ik de uitkomst al weet: in één buisje zitten straks veel meer bacteriën dan in het andere buisje. Een resultaat dat te verklaren is met de theorie uit mijn inleiding. Aardig lesje, vond ik zelf.

Maar de les mislukt. Ze snappen het niet. Vier studenten, derdejaars biologie, staan aan het eind van de dag ietwat beteuterd voor me met twee buisjes bacteriën in hun hand. In één buisje zitten veel meer bacteriën dan in het andere buisje en ze willen weten waarom. Hun eigen verklaring luidt dat er iets mis moet zijn gegaan. Het experiment is mislukt, vinden ze.

Deze studenten hebben nu vijftien jaar opleiding achter de rug. Ze leerden lezen, schrijven, rekenen, de kaarten van de wereld, talen, literatuur, mechanica, dynamica, hoe materie in elkaar zit, hoe cellen werken, hoe ze eiwitten kunnen scheiden, DNA knippen en plakken, mutanten maken.

Maar wetenschap, daar is geen cursus voor. Op een gegeven moment moet de student zelf uit het nest springen. Durven concluderen dat in de ene buis meer bacteriën zitten omdat de bacteriën in de ene situatie wél kunnen groeien en in de andere niet. Realiseren dat wat ze drie jaar lang over metabolisme hebben geleerd, ook daadwerkelijk in die bacterie gebeurt, in die buis in hun hand. Dat klinkt logisch, maar het is een gigantische stap.

Het is een historische openbaring. De Grieken deden nauwelijks experimenten. Eeuwenlang duurde het voordat empirisch onderzoek de normale gang van zaken werd.

Ik kan ze voor deze ene keer uitleggen dat ze conclusies mogen trekken uit wat ze meten, maar ze zullen het zich niet realiseren. School is over. Wat ze nu moeten leren staat in geen enkel boek.

Morgen doen we een nieuw experiment. Een experiment waarvan ik de uitkomst niet ken. Beoogd leermoment: er komt een dag dat je om uitleg kan smeken, maar dat je leraar het antwoord ook niet weet. Er komt een dag dat je het zelf moet ontdekken.